Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeiden zij: [17]Kom verder aan! Voorts zeiden zij: Deze ene is gekomen, om als vreemdeling [hier] te wonen, en [18]zoude hij alleszins rechter zijn? Nu zullen wij u meer kwaads doen, dan hun. En zij drongen zeer op den man, op Lot, en zij traden toe om de deur open te breken. 17. Alsof zij hem bedreigden, zo zij hem in handen hadden kunnen krijgen. 18. Hebr. zou hij rechten rechtende? of hij zou rechten rechtende. Zie de aant. boven, hfdst.2 vs.16. Verg. 2 Petr.2:8.